Ik droomde al lang van een roadtrip door het zuiden van Frankrijk. De geuren en kleuren van de Provence hebben me altijd al aangesproken. September 2021 was een goed tijdstip om met de auto te reizen. De covid pandemie is er nog steeds, verre reizen zijn nog niet aan de orde, maar met ons vaccinatiecertificaat mochten we Frankrijk betreden. Toen ik begon te plannen merkte ik dat er zelfs in een kleine regio als de Provence zoveel verschillende landschappen en mooie dorpen zijn... het is zoals een kind in een snoepwinkel... Hoe moet je nu een keuze maken? We kozen uiteindelijk voor een paar nachten kleur in de Luberon streek, een paar nachten adembenemende natuur nabij de Gorge du Verdon en als afsluiter een paar nachten zon, zee, strand. We reden langs de befaamde Route du Soleil en zoals iedereen beweert zie je inderdaad vanaf Lyon het landschap langzaam veranderen, je ziet de bomen ranker en slanker worden en je passeert huizen met typisch rode en uitgeholde dakpannen. De temperatuur stijgt, je voelt de Provence al.
Oker in Roussillon Na 11 uur rijden zonder al te veel file, kwamen we aan bij ons eerste hotel, hotel Les Ambres, in Roussillon, waar we 3 nachten verbleven. Het hotel lag net niet op wandelafstand van het centrum, maar we kregen een gratis parkingticket om tijdens ons volledige verblijf in het centrum te parkeren. Een leuk extraatje. Wat ons vooral opviel was de stilte en de rust in de omgeving van het hotel. Ook het feit dat je kan ontbijten op het terras vonden wij echt aangenaam. Er is ook gratis parking voorzien op het terrein.
Roussillon bevindt zich in de streek Luberon, een bergmassief in de Vaucluse. Het behoort tot een van "les plus beaux villages" van Frankrijk en is vooral gekend omwille van de aanwezigheid van oker in de bodem. Oker wordt nog steeds gebruikt als kleurstof, onder andere voor textiel. Als je door het dorp loopt word je verrast door de harmonie van kleuren: de gevels van de huizen kleuren van geel tot rood en aan de rand van het dorp staat een fotogenieke hoge okerrots. Het dorp zelf is niet echt groot, maar wel gezellig met een paar leuke terrasjes en boetiekjes. 's Avonds lijken de straten helemaal uitgestorven, alhoewel de restaurants vol zitten. De okergroeve aan de rand van het dorp is opengesteld voor het publiek. Een wandeling door Le Sentier des Ocres is echt wel een must! Je loopt door een omgeving van okerrotsen met prachtige kleurschakeringen. Het is er wel stoffig en aangezien oker een kleurstof is doe je best geen witte schoenen aan of nette kledij.
De nabij gelegen dorpen verkennen We hebben ook een dag de tijd genomen om eens rond te rijden in de Luberon streek en andere plaatsen te verkennen.
Zo brachten we een een bezoekje aan L'isle sur la Sorge. Deze stad wordt het Venetië van de Provence genoemd. Wat de stad zo charmant maakt zijn de kleine bruggetjes over het water met bloemen omzoomd en de gezellige antiekwinkeltjes. Wij waren er net op een zondag toen het markt was en dan is het wel vrij druk.
Gordes is eveneens een mooi, historisch dorp dat de moeite waard is om te bezoeken. Het ligt bovenop een rots en je ziet het van ver liggen. De straatjes zijn steil en sfeervol en er staan prachtige vakwerkhuizen uit de middeleeuwen. Verder is het kasteel de grootste bezienswaardigheid.
Moustiers Sainte-Marie We lieten de Luberon streek achter ons en reden door naar Alpes-de-Haute-Provence, om vervolgens 3 nachten door te brengen in Moustiers Sainte-Marie. Je passeert het Valensole plateau dewelke zeer bekend is vanwege de blauwe lavendelvelden in het voorjaar. We zagen de lavendelvelden wel, maar alle bloemetjes waren al geoogst, het waren enkel nog dorre velden.
Hotel Les Restanques de Moustiers was een fijn verblijf aan de rand van het dorp op 10 min wandelen. Er is gratis parking voorzien op het terrein. Ook dit gezellige hotel heeft een leuk terras om te ontbijten. Moustiers ligt tussen steile rotsen en behoort eveneens tot een van "les plus beaux villages" van Frakrijk en dat verbaast me niets. Het is pittoresk, maar tegelijkertijd ook erg toeristisch. Het is fijn om door de gezellige, mooie straatjes te struinen. De plaats is gekend omwille van het prachtige aardewerk en natuurlijk vind je een heleboel leuke winkeltjes waar dit wordt aangeboden. De talrijke terrasjes maken deze plaats extra gezellig. Ook 's avonds is het dorp prachtig verlicht en is het aangenaam om door te lopen. Hoog in de lucht tussen 2 rotsen hangt een glanzende ster aan een ketting. Er bestaan verschillende legendes en verhalen over, maar men weet niet welke correct is. Is het dan toch de ridder? Alhoewel, de ster hangt wel echt hoog... Boven het dorp heb je nog een leuke bezienswaardigheid: de Notre-Dame-de-Beauvoirkapel. Na een fameuze klim bereik je de kapel, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de vallei en de felrode daken.
Gorge du Verdon & Lac de Sainte-Croix De avonturiers onder ons kennen deze regio maar al te goed, je kan hier kajakken, wandelen en klimmen. De Grand Canyon van Europa is maar liefst 25 km lang en loopt tussen hoge rotsen. Als je deze kloof wil bewonderen van bovenaf kan je best de route des Crêtes afrijden, dewelke start in La Palud sur Verdon (op een half uur rijden van Moustiers). Het is een loop met prachtige uitzichtpunten, waar je makkelijk je auto even kan parkeren om de immense afgrond te bewonderen. Op een bepaald moment bevind je je op 1285 meter hoogte, hier is het uitzicht werkelijk adembenemend. Normaal gezien is de kleur van de rivier fel aquamarijn blauw, maar toen wij er waren stond het waterpeil vrij laag, zodat de rivier wat groener leek. De Verdon mondt uit in Lac de Sainte-Croix, een kunstmatig aangelegd stuwmeer met een oogverblindend blauwe kleur. Aan de Pont du Galetas vlakbij Moustiers kan je een bootje of kajak huren. En vandaar vaar je zo de kloof in. Wij hebben een kajak gehuurd voor 2 uurtjes en voor ons was dat voldoende. Hoe vroeger je vertrekt hoe minder volk en hoe mooier de foto's, maar de rivier is al snel gevuld met bootjes en kajaks. Deze uitstap is blijkbaar bij iedereen geliefd.
Citroenen van Menton Na een verblijf in de Provence was het tijd om te vertrekken naar de kust voor 3 nachten. We sliepen in het Ibis Styles hotel in Menton centrum. Het hotel is goed gelegen, serveert een goed ontbijt en heeft een eigen parking (betalend) die je best op voorhand reserveert. 's Nachts is het er vrij rustig om te slapen, maar eens de stad ontwaakt is er van stilte op de straat geen sprake meer. Gelukkig lag het hotel niet aan een al te drukke straat.
Menton wordt wel eens vaker vernoemd als de stad van de citroenen. Door de beschutte ligging tussen de bergen en de zee heerst er hier een microklimaat, waardoor er citroenbomen groeien. De winkeltjes spelen hier grondig op in. Overal worden souvenirs verkocht rond het thema citroen: zeepjes, etherische oliën, handdoeken, citroenlikeur en noem maar op. Omdat Menton vlakbij Italië ligt voel je de Italiaanse vibe in de stad. Er wordt Frans en Italiaans door elkaar gesproken en je kan lekker Italiaans ijs en pasta eten. De sfeer hier is vrij gemoedelijk en aangenaam. Verder zijn de stranden van Menton ook populair. Alhoewel deze vooral bestaan uit een mix van kiezels en zand kan je makkelijk een plekje vinden in het zand waar je niet teveel last hebt van de kiezels. De stad is ook echt wel mooi, vooral dan het oude stadsgedeelte. Als je door de smalle straatjes loopt van Vieux Menton heb je niet het gevoel dat je in een stad rondloopt, maar eerder in een uitgestorven dorp. De kerk is een echte eyecatcher; deze zie je vaak op foto's van Menton en terecht!
Waarom vind ik Menton zo geweldig?
Het Jean Cocteau museum, een gebouw in eigentijdse, strakke architectuur.
De prachtige Basilique Saint-Michel, een eyecatcher in barok stijl.
De mooie botanische tuinen.
Leuke stranden.
Gezellige terrasjes en heerlijk eten.
Pracht en praal in de straatjes van Vieux Menton.
De overdekte markt, een gebouw van bijna een eeuw oud.
De oogverblindende kleuren van de skyline.
De stad is voorlopig nog niet ontdekt door de massa.
Cassis Vanuit Menton vertrokken we naar de andere kant van de Côte d'Azur om daar nog onze 3 laatste nachten door te brengen. Cassis is meer dan 2 uur rijden en ligt in de streek Bouches-du-Rhone, niet ver van Marseille. De haven bestaat uit gekleurde huisjes en dobberende vissersbootjes. Kronkelende straatjes met toffe winkeltjes en visrestaurants geven een gezellige, maar erg levendige indruk.
Tussen Marseille en Cassis ligt het Nationaal park Calanques. De kustlijn bestaat uit inhammen en kreken met hoge witte kliffen die oprijzen vanuit de zee, het uitzicht is fenomenaal. Een aantal van deze calanques kan je al wandelend bereiken. Je moet wel goed te been zijn, vaak moet je klimmen, de wandelweg is vrij rotsachtig en op sommige plaatsen glad en ongelijk.
Port-Miou is de eerste calanque die je tegenkomt vanuit Cassis na een half uurtje wandelen. Deze is tevens een haven voor plezierboten en jachten.
Van hier ga je in 40 minuten naar calanque Port-Pin, die vernoemd is naar de pijnbomen die er massaal groeien. Het leuke aan deze calanque is dat er een zandstrand is. Je moet wel nog eventjes helemaal naar beneden wandelen om van het strand te genieten.
Als je verder doorloopt kom je aan calanque d'En Vau met de hoogste kliffen, maar deze hebben wij niet meer te voet bezocht.
Anderzijds hebben we de dag nadien nog een boottocht geboekt langs 7 calanques, waarbij we dan onder andere ook nog calanque d'En Vau, calanque de Sugiton en calanque Sormiou hebben gezien.
We hebben zo genoten van deze reis en het was weer spijtig om naar huis te moeten vertrekken. Nu begrijp ik wat men bedoelt met "leven als god in Frankrijk"...
Welke restaurants zijn aan te bevelen in Zuid-Frankrijk? Roussillon
La Grappe de Raisin is een simpel, klein, gezellig restaurantje. Je eet er echt wel lekker voor weinig geld.
Restaurant David: zeer fijne Franse keuken, mooi opgediend, prachtig uitzicht op de vallei. Wel wat duurder, maar een topper!
Moustiers
La Part des Anges is eerder Italiaans geïnspireerd. Het restaurant bevindt zich in een zeer oud huisje met een prachtig uitzicht.
Chez Dan: pure vis zonder toeters en bellen, simpel, maar vers en lekker.
Menton
Les Enfants Terribles: vooral visgerechten.
Voor de liefhebbers van de Italiaanse keuken: Al Vecchio Forno, La Belle Escale en Coté Sud.