In eerste instantie stond deze bestemming niet op mijn lijst van favorieten. Een vriendin van me kwam terug van de Seychellen en was laaiend enthousiast. Ik vroeg me af wat ik daar in godsnaam 2 weken zou doen. Zou ik me niet vervelen? Uiteindelijk was het David die me over de streep getrokken heeft en daar heb ik nog steeds geen spijt van. De natuur is echt ongerept, de stranden zijn echt hagelwit en de granietrotsen maken het sprookje helemaal af!
We zijn met Ethiopian Airlines geland op Mahé innovember 2016, waar we eerst 2 nachtjes verbleven in de hoofdstad Victoria, daarna verbleven we een aantal nachten op Praslin en als laatste op La Digue, om vervolgens nog een allerlaatste nacht door te brengen op Mahé.
De Seychellen bestaan uit 115 eilanden, maar 95% van de bevolking leeft op de 3 hoofdeilanden: Mahé, Praslin en La Digue. Hoewel de 3 eilanden wel toeristisch zijn, is er nog geen massatoerisme. Toen ik begon te lezen over deze bestemming merkte ik dat de hotels niet allemaal duur en exclusief zijn, je kan er ook appartementjes boeken voor vrij schappelijke prijzen. Ideaal om een island hopping te doen! Je kan zeer makkelijk zelf een transport boeken met de boot. Tussen Mahé en Praslin kan je zelfs ook een korte vlucht nemen met Air Seychelles, een leuke belevenis.
Mahé island
De kleine hoofdstad Victoria We kozen voor het Hilltop boutique hotel, waar we vanuit onze kamer een fantastisch uitzicht hadden op de zee in de verte. ’s Morgens aten we een vrij basic ontbijt op houten bankjes buiten op het terras.
Eigenlijk voelt Victoria eerder dorps aan; de stad is klein en je bent er snel rond.
Je wandelt tussen de typische winkeltjes, creoolse houten huizen en prachtige koloniale gebouwen. Zo krijg je een indruk van het dagelijkse leven van de inwoners.
De trekpleister in de stad is de clock tower die ons deed denken aan de Big Ben.
Neem zeker een kijkje op de Victoria market.
Verder kan je ook de hindoe tempel bewonderen.
En Victoria heeft ook een klein haventje.
Na 18uur lijkt het wel of je niemand meer ziet op straat. In het weekend is er niet veel keuze aan restaurants, maar gelukkig was er naast het hotel een zeer goed restaurantje: Marie Antoinette. Ze serveren authentieke Creoolse gerechten in een historisch houten koloniaal huis. Verbazend genoeg zat het restaurant toen bijna vol, ook al was er niemand op straat te bekennen.
Beau Vallon De eerste kennismaking met het openbaar vervoer op Mahé was voor mij een nachtmerrie. We besloten om met de bus een uitstapje te maken naar het bekendste badplaatsje Beau Vallon. Ik was blij dat we, na een wilde busrit, heelhuids arriveerden. Spijtig genoeg bleek deze plek niet echte de moeite waard. Het was er vrij druk met hier en daar wat strandbars.
Een combinatie van hiken en luieren aan het strand Mahé is een fantastisch eiland om te wandelen. Er zijn een aantal leuke trails die naar prachtige strandjes leiden. Zo hoef je niet te kiezen tussen luieren of hiken. Wij hebben de iets makkelijkere kustwandeling gedaan naar Anse Major, een mooi afgelegen strandje. Heen en terug ben je ongeveer een uur onderweg. Het is geen vlakke wandeling, maar het is zeker haalbaar voor de gemiddelde wandelaar. De paden zijn hier en daar wel wat smal, dus wees voorzichtig. Het uitzicht op de kust is geweldig!
Praslin
Cote d'Or Van Mahé zijn we met het vliegtuigje van Air Seychelles naar Praslin gevlogen (een vlucht van een kwartiertje). Er kunnen ongeveer 16 passagiers mee en je zit vlakbij de piloot. Praslin is rustiger dan Mahé en dat voel je dadelijk als je op het luchthaventje arriveert.
Hier sliepen we een aantal nachten in L’Hirondelle (appartement/ guest house) aan Cote d’Or, prachtige appartementen op een geweldige locatie. Cote d'Or heeft een mooi zandstrand met wuivende palmbomen. Het dorpje zelf is klein en heerlijk rustig met een klein fruit- en viskraampje, een winkeltje en een handvol restaurantjes. Zalig relaxen met een handdoek in het zand en een goed boek... maar... ik voelde regelmatig wat prikjes op mijn huid en voor ik doorhad dat het zandvliegen waren was het al te laat. Op het moment zelf was er nog niet veel te zien, maar ‘s avonds na het douchen zagen we allemaal bultjes op mijn lichaam en dat jeukte vreselijk. Gelukkig had ik nog wat cortisone zalf bij om de jeuk te stillen. Die avond sliep ik sowieso niet zo goed door de jeuk enerzijds en door het gepiep van de salamander op onze kamer anderzijds. Blijkbaar beschermt deet ook tegen zandvliegen. Daar heb ik weer een les uit geleerd.....
Vallée de Mai We hebben een auto gehuurd om Vallée de Mai bezoeken, de trekpleister van het eiland. In dit beschermde natuurpark groeien de legendarische “Coco de Mer” palmen, dewelke je enkel terugvindt op de Seychellen. De vruchten zijn enorme kokosnoten die meer dan 30 kg kunnen wegen. Sommigen zien er de vorm in van een geslachtsdeel... echt uniek! Het park geeft het gevoel alsof je in de jungle bent terechtgekomen, maar dan wel een toeristische jungle. Het was de eerste keer in ons leven dat we links moesten rijden, maar op Praslin is dat vrij goed te doen. Anse Lazio, het mooiste strand op Praslin Als afsluiter van de dag reden we verder naar het mooiste strand van het eiland, Anse Lazio, waar we nog wat van de rust hebben genoten onder de Takamaka bomen.
La Digue, het pareltje van de Seychellen
Onze derde bestemming was La Digue. Dit is voor ons zeker en vast het gezelligste en mooiste eiland! Van Praslin naar La Digue hebben we de ferry genomen; deze kan je makkelijk op voorhand online boeken. Het is een vrij kort, maar zeer pittig boottochtje. We hadden een paar nachten geboekt bij La Digue holiday villa. Ze verhuren een paar leuke huisjes met een gemeenschappelijk zwembad.
Fietsen op La Digue Het eiland heeft een oppervlakte van ongeveer 9 vierkante km en het is bijna volledig verkeersvrij. De hotels en restaurantjes zijn gecentreerd aan de pier. Iedereen rijdt er met de fiets rond, dus hebben wij ook een fiets gehuurd. Het is er zo pittoresk. Onderweg kom je strooien huisjes tegen, een mooi koloniaal kerkje, souvenirwinkeltjes,...
De mooiste stranden ter wereld!
Nergens ter wereld zijn de stranden zo spectaculair.
Ance Source d’Argent is absoluut het mooiste strand van het eiland. Het lijkt wel uit een sprookje te komen met die typische granietrotsen.
Onderweg kan je hier en daar eens stoppen om in een van de eenvoudige tentjes een lekkere verse tropische fruitsap te drinken.
Prachtige plantages Verder brachten we ook een bezoekje aan Union Estate, een voormalige kokos- en vanilleplantage. Het Plantation House wordt wel eens gebruikt als filmdecor en je komt er ook nog immense landschildpadden tegen.
Nog een laatste nacht Mahé en dan terug naar huis Het was een unieke vakantie om naar terug te kijken. Wat zo fijn is is dat er nergens ligbedjes staan op de stranden. Enerzijds is het wel toeristisch, maar met behoud van de natuur. Vooral La Digue is een waar paradijs.
Dineren
Mahé: Marie Antoinette in Victoria is top.
Praslin: Als je zin hebt in een buffetje is Les Lauriers wel aan te raden, gezellig en lekker.
La Digue: Chez Marston is een aanrader. Zeer lekkere vis- en andere gerechten voor normale prijzen.
La Digue: Fish Trap, dineren in een mooi kader, maar vrij duur en kleine porties.
La Digue: Chez Jules, een hele leuke cocktailbar met zicht op de blauwe zee. Je kan hier zelfs ook eten.
Seychellen in november? Begin november is de overgang van het droge naar het regenseizoen. Het klimaat is tropisch, dus de temperatuur blijft sowieso hoog in november. Wij hadden afwisselend zeer mooie warme dagen, alsook dagen met enorme plensbuien.
This is paradise!
Warom Seychellen?
een echt paradijs
nog geen massatoerisme
granietrotsen op het strand: uniek in de wereld
Tips
Als je de ferry neemt van Mahé naar Praslin (of omgekeerd) neem dan medicatie in tegen reisziekte als je daar gevoelig voor bent. Op dat stuk is de zee enorm woelig en meerdere mensen worden ziek. Van Praslin naar La Digue (of omgekeerd) valt beter mee.
Let op voor bloedetende zandvliegen! Ze brengen parasieten over.